De (internationale) volleybalwereld kan geen jaar meer zonder spelregelwijzigingen. Nu is het net het mikpunt van de bobo’s geweest – kennelijk in een poging het spel vaker en langer door te laten gaan (tv?).
Probleem is vaak dat het er niet eenvoudiger op wordt voor de spelers, laat staan de arme scheidsrechter. We doen, met de uitleg van de bond bij de hand én een instructiefilmpje als extraatje, toch maar een poging. Een gewaarschuwd mens geldt immers voor twee…
Eerst maar even over het aanraken van andere zaken dan het net: je mag dit seizoen ook het speelveld van de tegenstander met elk lichaamsdeel boven de voet aanraken, mits het spel niet wordt beïnvloed. Dat cursieve zinnetje komt veel vaker terug, en gaat gegarandeerd voor discussie zorgen. Want ook de paal, spandraden of elk andere voorwerp buiten de antennes om – inclusief dus het net – mag je voortaan aanraken, mits het spel niet wordt beïnvloed.
We gaan het iets makkelijker maken. Wanneer beïnvloed je dan wel het spel terwijl je het net in een innige omhelzing neemt? Nou, stellen de regels, dat doe je als
– je de bovenkant van het net of het gedeelte van de antenne dat boven het net uitsteekt beroert terwijl je de bal speelt;
– je gelijktijdig bal en net raakt;
– voordeel creëert ten opzichte van de tegenstander of
– de tegenstander dankzij jouw netgefriemel de bal niet normaal kan spelen.
Helder? Niet echt, hè. Nog steeds tal van interpretatiemogelijkheden. De Nevobo is zo vriendelijk geweest een lijstje te maken met voorbeelden:
Netaanrakingen die wel fout zijn | Netaanrakingen die niet fout zijn |
Aanvaller slaat de bal en raakt daarbij de bovenzijde van het net aan. (netrand) | “Schijn” aanvaller raakt de bovenzijde van het net aan, maar de aanval vindt plaats aan andere kant van het net |
Blok raakt de bovenzijde van het net aan bij een blokpoging, of voltooid blok. | Blok raakt de bovenzijde van het net aan bij een schijnaanval, maar de aanval vindt plaats aan de andere kant van het net. |
Spelverdeler komt met bovenarm tegen de bovenkant van het net tijdens het spelen van de bal. | Aanvaller komt na de aanval bij het neerkomen tegen het net aan. |
Spelverdeler komt tijdens het spelen van de bal geheel met zijn lichaam in het net. (voordeel) | Aanvaller slaat de bal en raakt het net na de aanvalsslag. |
Als de speler enige actieve beweging maakt met zijn lichaam of met zijn handen (naar de bal toe of parallel aan het net) en het net raakt vervolgens de speler omdat de tegenstander de bal in het net speelt, dan is het aanraken van het net wél fout, omdat de tegenstander actief wordt gehinderd in het nog kunnen spelen van de bal. | Deelnemer(s)aan het blok komt(en) bij het neerkomen tegen het net aan |
Deelnemer(s) aan het blok komt(en) tegen het net aan bij het opspringen. | |
Speler bij het net komt tegen het net aan (niet zijde de bovenkant (netrand)) als hij zich verplaatst. | |
Spelverdeler komt tegen het net aan bij het opspringen bij het spelen van de bal. | |
Speler speelt de bal maar raakt daarbij ook de onderkant van het net. (geen voordeel) | |
Het is niet fout wanneer een bal in het net wordt gespeeld en het net daardoor per ongeluk een speler van de tegenpartij raakt. | |
Nu is alles natuurlijk glashelder… Zo niet, dan hebben we hier als toegift nog een heus instructiefilmpje van YouTube geplukt. Allen, scheidsrechters voorop, doe er je voordeel mee! (vertaling volgt J – dûh!)